Deel 2: bermgesprekken

Aan:
Frans Bouwmans
Diender bij de Politie Heuvelland Zuid-Limburg
Adres onbekend

Beste Frans,

alweer het tweede deel van ons avontuur.

Eenmaal in de berm beland, bleef er niets anders over dan de tijd te verdrijven, in afwachting van de “hulpdiensten”.

Mijn medepassagiere kreeg nog een bekeuring, omdat ze haar gordel niet had gedragen. De agent die haar gegevens opnam, vroeg haar of ze het er mee eens was wat haar stiefvader deed. Hierop ging ze verder niet in. Hij vroeg haar ook of ik dit uit een geloofsovertuiging deed. Verder vertelde hij haar, dat ze al langere tijd achter ons hadden reden, al vanaf Reimerstok. Bovendien stopte direct achter ons een tweede burgervoertuig met 2 agenten.

Toch vreemd, dat ik op de eerste dag dat ik met mijn rijtuig met rood kenteken de weg op ga (nadat het rijtuig met geel kenteken de dag ervoor door een politieactie in opdracht van de belastingdienst in beslag is genomen), in “the middle of nowhere” blijkbaar wordt opgewacht. En als ik dan uit de auto wordt getrokken, is het eerste wat u zegt: ”Je hebt van gisteren blijkbaar niet veel geleerd! Ik weet wie je bent en waar je woont.”


In de berm begint het eerst met een ontmoedigingsbeleid. U kon mij al vertellen, dat ik mijn auto niet meer terug zou krijgen. Dat het goed was, dat ze het venster niet in hoefden te slaan, want dat zou de opbrengst van de auto bij verkoop negatief beïnvloeden. Dat mijn medepassagiere ook zeer verstandig was geweest om de deur te ontgrendelen. Dat ik nu toch wel dik in de problemen zat en dat het mij veel geld zou gaan kosten. Een hele rij van overtredingen passeerde de revue, plus de auto en gisteren ook al een auto weg. Ja, waar was ik toch mee bezig. Bovendien had ik een strafdaad begaan door over een verdrijvingsvak te rijden. Nee, dit keer zou ik er niet zo makkelijk vanaf komen.

Uw collega, die ondertussen uw taak van “arrestant onder bedwang houden” had overgenomen, vroeg mij, waarom ik dat eigenlijk allemaal deed in bijzijn van mijn stiefdochter. Hij vond dat ik absoluut geen rekening met haar hield. Daarop zei ik toen, dat niet ik hier iets doe wat niet hoort, maar dat zij dat vanuit hun functie doen. Als het aan mij had gelegen, was ik gewoon naar huis gereden.

Wat ik eigenlijk een veel belangrijkere reden vind, is dat ze hierdoor ook ziet hoe het systeem werkelijk functioneert. Hoe de politie werkelijk handelt en waar ze voor staat. Op school of op de TV krijgt ze dat niet te zien. Ik kan mij voorstellen dat de agenten daar niet blij mee waren.

Op een gegeven moment zegt een agent van het tweede voertuig, dat hij het toch wel vreemd vindt dat ik mij een vrij mens noem. Ik zit in de boeien, terwijl hij vrij rond kan lopen. Hierop probeer ik dan een kort en bondig antwoord te geven en zeg: “Maar pas op voor je kinderen.” Ik begrijp direct dat dit als dreigement zou kunnen worden beschouwd en zeg daarom: “Dit is geen dreigement.”

Ik doelde hiermee op het gevaar dat onze kinderen lopen in onze maatschappij. Vanuit gecreëerde overheidsinstanties zoals Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, jeugddetentie en kinderopvang worden onze kinderen blootgesteld aan pedofiele en satanische praktijken. De politie beschermt dit systeem met haar geweldsmonopolie. Ze werkt hier zelfs actief aan mee, door Jeugdzorg te assisteren bij het uit huis plaatsen van kinderen.

Voordat ik hier echter op in kon gaan, greep u de gelegenheid aan om mij wat steviger aan te pakken. Tot op dat moment hadden uw pogingen om mij te intimideren niet erg veel vruchten afgeworpen.

Hoe ik het in mijn hoofd haalde om de kinderen van uw collega te bedreigen, terwijl ikzelf zo onzorgvuldig met mijn kinderen omging. U sommeerde mij om mijn mond te houden, anders zou u, zoals u het plastisch zei, mij eens flink zou verbouwen en ervoor zou zorgen dat “mijn kloten bij mijn oren zouden komen”.

Ik nam uw raad ten harte en besloot om een kleine adempauze te nemen. Dit werd mij later weer niet in dank afgenomen, omdat ik niet meer antwoordde op de door u gestelde vragen.

Wat de vrije mens betreft: vrij zijn we als mens allemaal. We zijn (zelfs voor de wet) vrije mensen, totdat we onze vrijheid afgeven door een “hogere” autoriteit te aanvaarden. Deze autoriteit kan een staatshoofd zijn die bij gratie Gods regeert of een Paus of wie dan ook.

Voor mij zijn deze entiteiten bewezen tirannen en die kan ik als mens niet als autoriteit erkennen. Ik erken alleen diegene, die door mij geautoriseerd is of door mijn schepper of creator.

Dat het kiezen voor jezelf en je vrijheid in onze samenleving op weerstand stuit, heb ik aan den lijve ervaren. Maar dit heeft mijn gevoel voor vrijheid alleen maar versterkt. Ik heb waargenomen hoe krampachtig en spastisch geprobeerd wordt om de controle te behouden en gepoogd wordt om mij mijn vrijheid af te nemen.

Vrijheid komt van binnenuit en wordt niet bepaald door uiterlijke omstandigheden. Ze wordt hooguit door deze omstandigheden ervaren, je zou ook kunnen zeggen: op de proef gesteld.

Een vrij mens is een bezielde mens en heeft deze nog niet verkocht aan het kwaad.

Tijdens de gehele ontmoeting heb ik op vragen en vorderingen van u en uw collega's herhaaldelijk geantwoord: “Ik begrijp niet wat u zegt.” Dit in de context dat er een duidelijk verschil is in de interpretatie van het Nederlands als mens of als natuurlijk persoon. U spreekt hier als natuurlijk persoon, omdat u op dat moment niet uzelf kunt zijn, maar de rol speelt van agent. Normale begrippen uit het Nederlands zet u om in juridische begrippen, die binnen de jurisdictie van de Nederlandse wetgeving een andere betekenis krijgen. Deze zijn vaak zelfs binnen de wetgeving genormaliseerd. Deze juridische invulling kan, wil en hoef ik als mens niet te begrijpen.

Natuurlijk probeert u mij te vangen in uw jurisdictie door heel “menselijk” met mij te praten, maar mijn ervaring uit het verleden met collega's van u heeft mij geleerd, dat het woord van een natuurlijk persoon absoluut geen menselijke waarde heeft. Door “u niet te begrijpen” blijf ik buiten uw jurisdictie en heeft u geen autoriteit over mij.

Uiteindelijk vraagt u mij nog, of ik ook wegenbelasting voor mijn voertuig betaal. Ik moet lachen, want blijkbaar heeft u van het systeem dat u verdedigt niet veel begrepen. Ik kan helemaal geen wegenbelasting betalen voor een voertuig dat geen “wettelijk” kenteken voert. Ik kan ook als mens helemaal geen wegenbelasting betalen. Ik kan als mens mijn auto niet laten registreren bij het RDW. Ik kan zelfs geen verzekering afsluiten. Niet omdat ik dat niet zou willen, maar omdat de Nederlandse Staat dat voor een mens niet toestaat. Alleen als je je identificeert met je natuurlijk persoon krijg je toegang tot deze privileges. Nou, daar bedank ik voor. De Nederlandse Staat heeft echter wel de staatsplicht om deze diensten voor iedereen toegankelijk te maken, al was het alleen maar omdat ze deze diensten als verplicht stelt. Maar de (rechten van de) mens is ze daarbij even vergeten.

En daar komt het arrestantenbusje al. Ik wordt daar in gezet en het duurt nog 15 minuten voordat we richting Bureau Maastricht vertrekken.

Het is een mooie, zonnige dag.



Met vriendelijke groet,


repelsteeltje; een vrij mens

www.vrije-mens.org

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Zie ook: Open brief aan Frans Bouwmans

Wordt vervolgd: Bezoek Bureau Maastricht